Collectie Kaufmann, vóór 1934.
Bij Kunsthandel P. de Boer, Amsterdam, 1934.
Collectie Van Hees, Nederland, tot 1969.
Particuliere collectie, Nederland.

Amsterdam, Kunsthandel P. de Boer, “De Helsche en de Fluweelen Brueghel en hun invloed op de kunst in de Nederlanden”, 10 februari – 26 maart 1934, nr. 32.
Amsterdam, Kunsthandel P. de Boer, november – 21 december 1940, nr. 8.
Laren (N.H.), Singer Museum, “Modernen van toen 1570 – 1630, Vlaamse schilderkunst en haar invloed”, 15 juni – 1 september 1963, nr. 53.

P. de Boer, “De Helsche en de Fluweelen Brueghel en hun invloed op de kunst in de Nederlanden” tentoonstellingcatalogus, Amsterdam 1934, ill. p.9, p.32, nr. 32.
Pantheon, Monatsschrift für Freunde und Sammler der Kunst, München, 1934, XIII, ill. p. 141.
P. de Boer, “Catalogus van oude schilderijen”, tentoonstellingcatalogus, Amsterdam, 1940, ill. nr. 8.
Singer Museum, “Modernen van toen 1570 – 1630, Vlaamse schilderkunst en haar invloed”, tentoonstellingcatalogus, Laren 1963, nr. 53.
Georges Marlier, “Pierre Brueghel le Jeune”, 1969, pp. 417 – 418, ill. nr. 263.
Klaus Ertz, “Pieter Brueghel der Jüngere (1564 – 1637/38), die Gemälde met kritisch Oeuvrekatalog”, Lingen 2000, Vol. II, p. 821, ill. nr. 667, p. 824, inv. nr. E116.