In de huidige staat van onderzoek blijft de monogrammer V.S-Z anoniem. We kennen een dozijn stillevens die een homogeen geheel vormen en door de kunstenaar zijn gemonogrammeerd. Onze kunstenaar komt waarschijnlijk uit Haarlem en is stilistisch verwant aan het werk uit de jaren 1650 van Willem Claesz Heda (ca. 1596-1680) en Floris van Schooten (1605-1656).
Onze compositie is een monochroom banketje, een heel kaal stilleven gedomineerd door donkere tinten, met uitzondering van een paar elementen: glas, fruit en brood. In een stenen nis, voor een tak gebladerte, troont een grote Römer in het midden van het schilderij, waarvan de doorzichtige wanden worden overspoeld met licht uit het raam. Aan zijn voet zijn een stuk brood, drie perziken en een citroen op een zilveren bord de enige elementen in de compositie. Er wordt heel fijn gewerkt met de materialen, tussen transparantie en ondoorzichtigheid. De poreuze strook citroen, zonder onderbreking geschild, wikkelt zich om als een krans. De associatie van deze citrusvrucht met het glas wijn, waaraan het sap van de citroen moet worden toegevoegd, vanwege hun humoraal-pathologische medische complex, is geënsceneerd als een symbolische herinnering aan matigheid.
Alles in dit schilderij is symbolisch, in wezen Christus-achtig, met de wijn, het brood en de rode perziken. De wijn en het brood voor de Eucharistie, en de perzik als symbool van de Drie-eenheid (hij bestaat uit drie delen, het vlees, de pit en de amandel die in de pit zit) en de citroen als symbool van verlossing, omdat hij wordt beschouwd als een krachtig middel tegen vergif.
Maar het is ook filosofisch: het is een vanitas, die ons herinnert aan het verstrijken van de tijd, dat we sterfelijk zijn. Zoals oud brood dat hard wordt, perziken die uiteindelijk vlekken krijgen. Zelfs steen kan de tand des tijds niet weerstaan, zoals blijkt uit de slagen op de rand van het hoofdgestel en de nis. Tenslotte onthult de geschilde citroen het vleselijke omhulsel dat de ziel van de mens omsluit.