Schilder van geschiedenis, religieuze onderwerpen, portretten en genrescènes, Balthasar Beschey is de tweede van vier broers, allen schilders. Hij is de meest gerenommeerde in zijn familie, samen met zijn oudere broer Karel. Als zoon van de meesterkleermaker Jacques Beschey werd hij gesponsord door de schilder Balthasar Van den Bossche (1681-1715) en kreeg hij zijn artistieke opleiding van Pieter Strick, een schilder uit Amsterdam gevestigd in Antwerpen. Hij bekleedde de functie van deken van het Sint-Lucasgilde voor het corporatieve jaar 1755/1756, en in hetzelfde jaar werd hij benoemd tot professor-directeur van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen.

Een getalenteerd portretschilder, maar het is in het grote genre dat hij echt uitblinkt. Als eclectische schilder met een productieve activiteit, soms neigend naar de Rubensiaanse en Bruegheliaanse tradities, en op andere momenten open voor de trends van de eeuw, lijkt zijn schilderkunst een poging tot vernieuwing van het genre. Zijn atelier en de familiewinkel waar schilderijen werden verkocht, werden het ontmoetingspunt voor de artistieke wereld in Antwerpen in het midden van de 18e eeuw.

Meer dan een eeuw na de dood van Jan Brueghel de Oude behoort Balthasar Beschey tot de laatste kunstenaars die de traditie van het Vlaamse landschap, kostbaar en verfijnd, blijven voortzetten, waar het publiek nog steeds lijkt van te genieten. In dit paar landschappen presenteert Beschey twee poëtische en pittoreske scènes met een heldere miniatuurtechniek.

MUSEA: Antwerpen K.M.S.K., Boedapest M.B.A., Dijon M.B.A., Kasteel van Fontainebleau, Leuven Sted.Mus., Parijs Louvre, Sint-Petersburg Hermitage, en anderen.